Gedachten bij het feest van de Opdracht van de Heer in de Tempel, zondag 31 januari

Naast de mogelijkheid om mee te vieren met de online viering die uitgezonden wordt vanuit de kathedraal van Utrecht (zie hiervoor de landelijke site: https://oudkatholiek.nl/vieren/online-vieren/) wil ik als rector van onze statie ook een gedachte en gebed meegeven als bemoediging en verbinding met elkaar nu wij op fysieke afstand van elkaar zijn.

U kunt mij ook altijd bellen wanneer u behoefte hebt aan een gesprek. Ik ben daarvoor bereikbaar. (telefoon: 06 250 168 39 of via email: wim.vandenberg@okkn.nl)

Ik wens u een goede zondag en met hartelijke groet,

rector Wim van den Berg

Evangelie

Lucas 2, 22-40 (NBV)

Toen de tijd was aangebroken dat ze zich overeenkomstig de wet van Mozes rein moesten laten verklaren, brachten ze hem naar Jeruzalem om hem aan de Heer aan te bieden, zoals is voorgeschreven in de wet van de Heer: ‘Elke eerstgeboren zoon moet aan de Heer worden toegewijd.’ Ook wilden ze het offer brengen dat de wet van de Heer voorschrijft: een koppel tortelduiven of twee jonge gewone duiven.
Er woonde toen in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man, die uitzag naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken, en de heilige Geest rustte op hem. Het was hem door de heilige Geest geopenbaard dat hij niet zou sterven voordat hij de messias van de Heer zou hebben gezien. Gedreven door de Geest kwam hij naar de tempel, en toen Jezus’ ouders hun kind daar binnenbrachten om met hem te doen wat volgens de wet gebruikelijk is, nam hij het in zijn armen en loofde hij God met de woorden:
‘Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan,
zoals u hebt beloofd.
Want met eigen ogen heb ik de redding gezien
die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken:
een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen
en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’
Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over hem werd gezegd. Simeon zegende hen en zei tegen Maria, zijn moeder: ‘Weet wel dat velen in Israël door hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat betwist wordt, en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden. Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen.’
Er was daar ook een profetes, Hanna, de dochter van Fanuel, uit de stam Aser. Ze was hoogbejaard; vanaf haar huwbare leeftijd had ze zeven jaar met haar man geleefd, en ze was nu al vierentachtig jaar weduwe. Ze was altijd in de tempel, waar ze God dag en nacht diende met vasten en bidden. Op dat moment kwam ze naar hen toe, bracht hulde aan God en sprak over het kind met allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem.
Toen ze alles overeenkomstig de wet van de Heer hadden gedaan, keerden ze terug naar Galilea, naar hun woonplaats Nazaret. Het kind groeide op, werd sterk en was begiftigd met wijsheid; Gods genade rustte op hem.

Overweging
Waar ben je dankbaar voor? …..
Waar ben ik dankbaar voor? Dat ik leef, dat God mij bemint, dat ik mag liefhebben mijn partner, de mensen om mij heen….
Dankbaarheid. Als we bidden is het vaak toch een vragen, vragen om kracht en sterke, om gezondheid en welzijn…
niks mis mee…
integendeel…
biddend vragen is een vorm van gebed.
Maar God danken voor alles…
dat is ook een vorm van gebed…
Hier komen we niet altijd aan toe. Maar er is zoveel om dankbaar voor te zijn…
Wellicht goed om dat ook op z’n tijd uit te spreken…
ook naar elkaar toe…
maar ook naar God toe…

Vandaag zijn Maria en Jozef dankbaar voor het kind hun geboren…
dankbaar dat zij vader en moeder mochten worden…
dankbaar dat God hen een kindje heeft gegeven…
En ze gaan naar de tempel om God te danken, om hun blijheid over hun baby te tonen.

Als mensen naar de kerk komen voor de doop zijn zij dankbaar voor hun kindje en beseffen hoe groot dit geschenk is, ja zo groot dat het hun bevattingsvermogen te boven gaat.
Het overstijgt alles en zij voelen veelal dat deze geboorte met God van doen heeft. Ze zijn dankbaar, dankbaar aan God.
En bij zo’n kinderdoop worden mooie woorden gezegd. Woorden van geloof, van vertrouwen, woorden die veel goede wensen inhouden. Het kan dan toch alleen maar goed en mooi worden voor zo’n klein kindje. Dat alles wensen wij en vragen wij ook aan God.

De praktijk van het leven is echter anders. Mensen kunnen vervallen tot crimineel gedrag in alle soorten en maten, we maken dat deze dagen mee hoe mensen, veelal jonge mensen, in onze steden tot rellen overgaan. Ik denk dan: ooit waren deze mensen ook baby’s waarover mooie woorden zijn gezegd, waar mensen grote verwachtingen bij hadden.
Het kan anders gaan inderdaad, maar dat neemt niet weg dat aan het begin van het leven het goed is om die woorden van beloften, vertrouwen en geloof over deze kleintjes uit te spreken.

Maria en Jozef op weg naar de tempel. Uit dankbaarheid. Maar ook omdat de wet dit voorschrijft. De eerstgeborene hoort aan God toe. Ze moeten hem aan God geven, of beter gezegd offeren. Maar in plaats van hem te offeren – ons klinkt dat vreemd in de oren, maar er was een tijd dat kinderen aan de goden werden geofferd – mochten Maria en Jozef hem vrijkopen. En omdat ze arm waren was een koppel tortelduiven of twee jonge gewone duiven voldoende. En dan komt Simeon, een rechtvaardig en vroom man die de Messias verwachte, naar hen toe, neemt het kind in zijn armen en spreekt mooie woorden over Jezus uit waarmee hij God looft, waarmee hij God dankt. “Een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk”.

En dan komt ook nog de weduwe Hanna, een hoogbejaarde profetes. En ook zij spreekt hulde naar God uit over dit kind. Mooie woorden bij deze opdracht in de tempel, net als nu bij een doop in de kerk.
Maria en Jozef zijn er geraakt door. Ja, verbaasd. Na alles wat ze tot dan hebben meegemaakt wordt hier nogmaals duidelijk dat dit geen gewoon kind. Maar dat God er alles mee te maken heeft.

Maar zoals in het gewone leven zeker niet alles goed en mooi is, zal dat ook bij Jezus niet het geval zijn. En Maria krijgt het hier dan ook onomwonden te horen. “… Hij zal een teken zijn dat betwist wordt” en of dat nog niet genoeg is: “en zelf zult u door een zwaard doorstoken worden.” Maria zal veel moeten lijden om dit kind.

Herkenbaar voor veel mensen, vaders en moeders, want ondanks alle mooie woorden aan het begin van het leven kan een kind, kunnen kinderen je veel zorgen en verdriet bezorgen. Ziekte maar ook een verkeerde weg gaan, of zelfs de dood van je kind is als een zwaard dat je hart, dat je liefde doorboort.
Maria heeft het mee moeten maken. Dat maakt ook dat veel mensen met hun zorgen en verdriet bij Maria troost kunnen vinden.

Want naast alle moeilijkheden, naast alle duisternis is er de belofte dat het goed komt, dat het licht zal overwinnen. Want Jezus zal inderdaad door lijden en dood heengaan. Maar hij gaat hierdoor niet te gronde, integendeel hij zal verrijzen en daarmee dood en duisternis verslaan.
Ik hoop dat we dat ook in ons eigen leven mogen ervaren, dat we juist door alle moeilijkheden en duisternis heen, God mogen ontmoeten, nu ook in deze tijd van pandemie, die voor velen van ons zo moeilijk is.
En dit is, denk ik zo, genoeg reden om God voor te danken. Ja, iedere keer weer opnieuw.

Gebed van het feest

Eeuwige God,
heden is uw eniggeboren Zoon
in ons menselijk lichaam voor u verschenen
en in de tempel opgedragen.
Geef dat wij met een zuiver hart
hem mogen ontmoeten:
onze Heer Jezus Christus, uw Zoon,
die met U in de eenheid van de heilige Geest
leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen.

Gebed van het feest
God, Gij hebt heden,
met een ster als geleide,
uw enige Zoon geopenbaard aan de volken.
Geleid ons, die U thans kennen door het geloof,
daarheen waar wij uw heerlijkheid
volmaakt mogen aanschouwen.
Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon,
die met U in de eenheid van de heilige Geest
leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen.

Collecte
Wij nodigen u ook uit om uw gaven voor de collecte ten bate van onze eigen parochie over te maken op rekeningnummer NL60 ABNA 0452370620 t.n.v. Oud-Katholiek Zeeland onder vermelding van ‘collecte eigen kerk’.
Dank voor uw gaven.